Laureaat Homeroswedstrijd

Door: Barbara Beyers

Terug naar alle artikels

Onze leerlingen van de klassieke talen namen deel aan de Homeroswedstrijd. Ze werden al snel geselecteerd voor de tweede juryronde en zelfs uitgeroepen tot laureaat.

Onze hartelijke gelukwensen!

Daarom werden ze uitgenodigd op de proclamatie van het Certaminacomité voor de prijsuitreiking met nadien een receptie aan de Universiteit Antwerpen.



De weeklacht van Briseïs
Daar was dan Briseïs, de gouden Afrodite gelijk.
Toen zij Patroklos zag liggen, door ’t vlijmend koper een lijk,
stortte zij zich over hem uit en huilde helderklinkend
met haar handen borst, tere hals en schoon gelaat verminkend.
En zij begon zowaar te spreken door haar tranen heen
terwijl z’ één der godinnen scheen:
‘Patroklos, toen de ellende op mijn hart ging wegen,
was jij mij steeds het meest genegen.
Levend liet ik je achter toen ik de tent verliet,
dood tref ik je nu aan tot mijn groot verdriet.
Grootse leider van krijgsvolk was jij
terwijl tegenslag na tegenslag inslaat op mij.
De man aan wie ze me schonken, mijn vader en moeder zo rijk,
ook hij werd door ‘t vlijmend koper een lijk.
Ik heb het gezien: voor de stad lag hij
en wel met mijn dierbare broers erbij,
alledrie door mijn ene moeder gebaard.
De dag des doods bleef geen van hen bespaard.
Maar nooit ofte nimmer liet je mij huilen in nood
toen de snelle Achilles mijn man had gedood,
verwoest had de stad van Mynes zo groot.
Nee je bleef maar herhalen, zonder verzaken,
me van de grote Achilles de ware te maken,
dat hij me zou voeren naar Phtia met z’n vloot
waar hij zijn Myrmidonen een bruiloftsmaal bood.
Daarom doet jouw dood me onbedaarlijk huilen
omdat ik steeds in jouw zachtheid kon schuilen.’
Zo sprak ze snikkend en aan haar zij jammerden de vrouwen,
schijnbaar om Patroklos maar elk om hun eigen rouwen.